Harderwijker met sterrenfinesse.
Niet geboren met een koksmes, maar gegroeid met overtuiging.
Geleerd van de groten. Geaard in zijn eigen stad.
Bij Basiliek kookt hij terug naar de basis. Met precisie, rust en respect.
Nordic invloeden. Frisse smaken. Licht, zuiver, gelaagd.
Geen overdaad. Geen ego. Wél aandacht voor wat er écht toe doet.
Yornie laat het product spreken.
En dat klinkt helder.
Niven Kunz heeft als jongste chef ooit in eigen restaurant een Michelinster gekookt! Hij was pas 24 jaar toen hij deze prachtige bekroning op zijn werk kreeg. Ook is hij de grondlegger van het 80/20 principe en founding father van Dutch cuisine.
Meesterkok. Meesterbrein. Zij kookt niet alleen. Zij verbeeldt, verdicht, verrast. Haar keuken stopt niet bij het fornuis. Ze vliegt, schildert, vertelt – en laat de smaak landen. Traditie wordt toekomst. Techniek wordt poëzie. Ze tilt de Nederlandse keuken op. Letterlijk. Met elke reis, gerecht en gedachte. Angelique kookt buiten de lijnen. En tekent daar iets onvergetelijks.
Chef. Meester. Bourgondiër met ballen. Twee sterren. Twee voeten op Brabantse grond. Maakt geen eten. Maakt herinneringen. Elke gang: balans. Elke smaak: vuur. De Treeswijkhoeve is zijn domein. Gastvrij, geraffineerd, geen gedoe. Dick kookt dichtbij de bron. En denkt verder dan de rand van het bord. Lokaal met lef. Klassiek met knipoog. Altijd in beweging. Altijd met liefde.
De chef die het noorden wakker schudde. Niet met woorden, maar met smaak. Eigenzinnig tot op het bot. Groente, vis, wild, recht van het land, recht op het bord. De Librije werd zijn wapen. Zwolle zijn wereld. Geen fratsen, geen mode. Alleen pure klasse. Hij kookte zoals hij was: scherp, wild, ongepolijst. Een man met sterren, maar altijd met beide benen in de klei. Jonnie is weg, maar zijn vuur brandt door. In elke chef die durft.
Chef van de details. Bouwer van beleving. Voor hem is koken geen kunstje, maar een studie. Elke smaak een hoofdstuk. Elk bord een verhaal. Lokaal is zijn vertrekpunt, verbeelding z’n kompas. Hij zoekt, schuift, sleutelt. Tot het klopt. Nooit klaar. Nooit stil. Marco kookt zoals hij denkt: nieuwsgierig, eigen, precies.
Wat hij serveert? Momenten die blijven.
Sterrenchef met zeewater in z’n bloed. Flierefluiter met focus. Hij kookt zoals de Schelde stroomt: puur, krachtig, eigen. Elke dag opnieuw met wat de zee brengt. Geen vaste recepten, wel vaste waarden: smaak, vrijheid, respect voor het ritme van het land. De Kromme Watergang is geen restaurant. Het is een wereld. Gebouwd op Zeeuwse rijkdom. En Edwin? Die kookt ‘m tot leven.
Waddengeboren. Wereldwijs. Op z’n 13e al vastbesloten: dit wordt m’n vuur. Geen gebakken lucht, wel jaren hard werken. Nu kookt hij op sterrenniveau, maar met beide voeten in het zand. Bij Jef is geen plek voor ego’s, wel voor ambitie. Gastvrijheid met precisie. Texels terroir in topvorm. Hij deelt wat hij zelf leerde. Zonder omwegen. Want koken is geen talent. Het is toewijding. En Jef? Die doet het elke dag opnieuw.
Chef met een kompas. Zijn richting? Lokaal. Seizoen. Geen verspilling. Hij kookt fris, vrij en zonder ruis. Eindeloos is geen restaurant, het is een gedachte. Duurzaam, doordacht, gastvrij tot in de vezels. Bij Willem krijgt elk ingrediënt een stem. En elk bord een verhaal. Niet harder, maar slimmer. Niet meer, maar beter.
Zo kook je als je echt iets wil veranderen.
Chef van het woud. Denker met een mes. Hij kookt planten tot poëzie. Niet om anders te zijn, maar omdat het móét. Elke wortel, elk blad, elk zaadje telt. Zijn keuken groeit in Groesbeek en bloeit in Nijmegen. Geen vlees, geen grootspraak. Wel visie. Bij De Nieuwe Winkel eet je de toekomst. En die smaakt verrassend goed.
Rebel met een garde. Groeide niet in de keuken op, maar claimde ’m. Liever lokaal dan luxe. Liever echt dan opsmuk. Hij zette Dutch Cuisine op de kaart. Letterlijk. Seizoensgroenten op één. Vlees als bijzaak. Boeren naast chefs. Aarde boven alles. Geen chef die zo eigenwijs én eerlijk kookt. Luc maakt eten weer van hier. En dat proef je.